Kindertijd
Kinderen nemen van oudsher een centrale plaats in in de katholieke cultuur en de daarmee verbonden rituelen en geloofspraktijken. God zou hen bevoorrechten en zij gelden als de toekomstige dragers van de religieuze traditie. Daarom investeerden priesters en religieuzen (maar ook ouders die toezagen op het nakomen van de dagelijkse geloofsplichten) veel tijd in de religieuze vorming van kinderen. Dit gebeurde overigens ook vaak op een manier, die we tegenwoordig pedagogisch niet verantwoord vinden en die een diepe, maar soms ook nare indruk op kinderen zelf heeft gemaakt. Als je geboren werd in een katholiek gezin in de jaren twintig was de kans groot dat je veel broertjes en zusjes had, en dat je thuis al vroeg in aanraking kwam met allerlei aspecten van het katholieke geloof. Zo kwam eens per jaar de pastoor of kapelaan op bezoek, en soms hielp er een gezinsverzorgster in het huishouden als moeder het te druk kreeg. In huis waren er ook verschillende dingen die herinnerden aan het geloof en de kerk, zoals beelden van heiligen. Als kleuter ging je bij de zusters, in de volksmond 'nonnen', naar de bewaarschool, nu de kleuterschool. De lagere school was in de meeste gevallen naar sekse gescheiden. De jongens kwamen bij een frater in de klas en de meisjes kregen les van een zuster. Het onderwijs van deze religieuzen was vaak gratis omdat deze zelf geen salaris kregen, daarom was het mogelijk dat ook de kinderen uit arme gezinnen naar school konden. Op de lagere school werd er veel aandacht besteed aan catechese, het geloofsonderricht. Tijdens deze lessen die vaak door de pastoor of de kapelaan werden gegeven, kreeg men les uit de catechismus, een boek met de belangrijkste beginselen van het geloof. Dit was opgebouwd uit vragen en antwoorden die uit het hoofd moesten worden geleerd. Sinds 1964 is de catechismus niet langer verplicht op school. Na school, in de vrije tijd deden kinderen aan sport, toneel of muziek, vaak georganiseerd vanuit de eigen parochie. Dat gold overigens niet voor alle kinderen. Sommigen moesten thuis, in het bedrijf of op de boerderij van hun ouders, mee aanpakken en hadden nauwelijks vrije tijd. Wanneer een kind zeven jaar was geworden werd het tijd voor de eerste heilige communie. Vlak daarvoor moesten de kinderen voor het eerst biechten: vertellen aan de pastoor wat ze fout hadden gedaan; welke zonden ze hadden begaan. Ze moesten vergeving van de zonden, absolutie, van de pastoor krijgen, anders mochten ze de communie niet ontvangen. Vervolgens mochten zij voor het eerst de hostie ontvangen tijdens de eucharistieviering. Na die mis was het vaak groot feest waarbij de hele familie op bezoek kwam en het communicantje allerlei cadeautjes brachten. Door activiteiten in de kerk vergroeiden kinderen als vanzelf met de katholieke cultuur. Deze activiteiten waren naar sekse gescheiden. Meisjes hadden vaak een rol als bruidjes in de processies. Jongens namen daar ook aan deel, maar konden ook misdienaar. Pas vanaf de jaren zeventig mochten meisjes misdienaar worden. De kerk heeft in 2003 officieel bevestigd dat deze zogenaamde ‘misdienettes’ mogen blijven. Het misdienaarschap was voor jongens vaak een opstap naar het priesterschap. Tot in de jaren vijftig was het voor een of meer zoons uit katholieke gezinnen nog vanzelfsprekend dat zij priester zouden worden.Sommigen speelden thuis alvast misje, compleet met altaar en kleding. De beslissing om priester te worden, viel wanneer ze elf of twaalf jaar waren - te jong vaak om de consequenties van deze keuze te overzien. Meer weten
- L. Liebergen en G. Rooijakkers, Volksdevotie. Beelden van religieuze volkscultuur in Noord-Brabant (Uden 1990). - W.H.Th. Knippenberg, Devotionalia. Religieuze voorwerpen uit het katholieke leven (2 delen, Eindhoven 1985). de Lagere School Vrije Tijd - M. Derks en M. Budel, Sportief en katholiek. Geschiedenis van de katholieke sportbeweging in Nederland in de twintigste eeuw (Nijmegen 1990). Eerste Communie Activiteiten in de kerk - Jaap de Rooij, ' De godsdienst is een schone zaak' . De ontwikkelingsgang van een geloof: van traditioneel via actief-meelevend tot agnostisch (Nijmegen 2007). - Marga Kerklaan, Van huis uit. Drie generaties katholieken over de invloed van de secularisatie op de beleving van seksualiteit, gezin en geloof (Baarn 1994). - Aflevering van Andere Tijden over de Bond voor Grote Gezinnen: Aflevering: In deze aflevering komen voor- en tegenstanders van het idee van grote gezinnen aan bod. Daarnaast wordt een propagandafilm van de bond voor grote gezinnen onder de loep gelegd.
|